THE CAJUN COMPANY
Op zoek naar de kracht van de authentieke cajunmuziek

interview met 

Bas van de Poll
door Ron Janssen, in Folk Sounds, aug.2002

 

De Nederlandse groep The Cajun Company speelt zulk pure cajunmuziek dat ze zelfs in Louisiana vaak als puurder beschouwd worden dan de daar aanwezige cajunbands. In Amerika, maar ook in Europa is men zeer lovend over de opmerkelijke cd La robe de Rosalie (2001). Bas van der Poll en de zijnen spelen op die langdraaier een bonte mengeling van songs en instrumentals uit alle uithoeken van Cajuncountry. The Cajun Company is meer in het buitenland bekend omdat met name in Engeland een enorme groep hardcore cajun en zydecofans zijn. Al tien jaar timmert de groep niet onverdienstelijk aan de weg. The Cajun Company trad in de volgende bezetting aan tijdens de tiende editie van het Cajun en Zydecofestival te Raamsdonksveer: Herman van Rijn (´Tit fer / cajuntriangel), Vera van Heeringen (akoestische gitaar en fiddle), Jock Tyldesley (fiddle) en Bas van der Poll (cajunaccordeons en zang). Het woord is aan laatstgenoemde die vol overgave vertelt over zijn grote passie.

Discografie:
Testing one one

  La robe de Rosalie    
‘Waarom wij als Nederlanders cajunmuziek spelen? Het is een volkomen terechte vraag. Ik worstel daar al jaren mee. Eigenlijk is het niet zo raar, want veel mensen maken Engelse en Amerikaanse popmuziek. Ik heb zelf als basgitarist en toetsenist jaren popmuziek gemaakt. Daarna werd het een a capella zanggroep die Balkanliederen bracht, en dat is eigenlijk ook een voorbeeld van een muziekstroming die we niet eigen zijn. Toen ik met de accordeon begon werd het Tex-Mex muziek. Ik wilde gewoon muziek maken en mijn enthousiasme voor de accordeon bleef maar groeien. Maar ik trok het niet met die Tex-Mex muziek, die Mexicanen in Mexico en in het zuiden van Texas hebben toch een op zich staande cultuur. Wij zullen ook nooit de feel in zwarte muziek kunnen leggen, omdat we niet in die cultuur opgegroeid zijn. Dat had ik ook met de Mexicanen. Uiteindelijk voelde ik me het dichts bij de cajunmuziek. Van oorsprong is het Franse muziek, dus Europese muziek die wij kunnen begrijpen, mede door de blanke groove die erin zit. Cajunmuziek werd voor mij een ‘way of life’. Maar je blijft dan altijd bij de vraag hangen: ‘Waarom speel je een stroming die uit een ander land komt, en waarom probeer je dat zo authentiek mogelijk te doen? Klopt dat wel?’ Nee, dat klopt dus niet! Klaar!

Eigenlijk zou je als Nederlandse accordeonist bij wijze van spreke naar Terschelling moeten gaan om de plaatselijk accordeonmuziek naar buiten te brengen. Dat zou ik best willen en dat lijkt me ook wel leuk, maar je weet hoe Nederlanders in het algemeen denken over hun traditionele erfgoed. Er is heel wat materiaal, wat we mede te danken hebben aan al het veldwerk van Mark Söhngen. Ik heb veel waardering voor de mensen die ermee bezig zijn, maar voor mij telt toch mijn affiniteit met de cajunmuziek.’   

 ‘In Nederland zijn er zo´n twintig cajunband die er eigenlijk een zooitje van maken. Wij zijn de enige die moeite doen om zo diep mogelijk in die muziek, achtergrond en cultuur te kruipen. We gaan ieder jaar naar Amerika omdat we de muziek goed willen leren spelen. We willen niet zoiets van: ‘het klinkt ongeveer zo, we maken een leuk arrangementje, een beetje rock, een beetje Tex-Mex’. Ik wil dit niet negatief afschilderen want je kan zo ook tot hele leuke resultaten komen., maar je speelt dan eigenlijk een soort pop-cajun en zydeco. Er zijn in Nederland naar verhouding maar weinig muzikanten die zich verdiepen in de muziek waar ze mee bezig zijn. Bandonionist Carel Kraayenhof is daar een voorbeeld van. Het gros van de muzikanten maakt muziek voor de fun, en dat vind ik een hele goede reden. Dat heeft als consequentie dat je een eigen invulling geeft aan je muziek. Plezier is een legitieme reden, en het plezier van The Cajun Company is even groot, maar dan vanuit een andere invalshoek. Door van alles met elkaar te mengen verdun je het uitgangspunt. En voor ons is het net razend interessant om de kracht van de pure cajunmuziek te ontdekken.’    

‘Toen onze eerste cd uitkwam wisten we al dat er een vervolg gemaakt zou worden. Maar we hebben er de tijd voor genomen, want we wilden pas gaan opnemen als we er zeker van waren dat het materiaal goed en authentiek gespeeld werd. We zijn naar Amerika gegaan en hebben aan Dirk Powell gevraagd of hij de cd wilde produceren. We maakten gebruik van een studio waar uitsluitend cajunmuziek wordt opgenomen, en dat merk je. De geluidsman en producer zijn bekend met alle finesses van de muziek.

Je leert enorm veel daar in Louisiana. Al rondtrekkende zie je mensen voor hun huis muziek maken. Je haalt je instrument uit en je kunt zo meespelen. Je niveau speelt dan geen enkele rol, het samen musiceren is een vorm van ontspanning.’

 ‘Als je in de taal van de Cajuns, het Cajun-French, wil zingen moeten je je altijd één ding realiseren: ‘Ga er nooit vanuit dat je het beter kan dan de Cajuns zelf.’ Dat zijn de woorden van fiddler David Greely (Steve Riley And The Mamou Playboys), en daar moet ik hem groot gelijk in geven. Mijn Frans was redelijk, dus ik kon die cajunteksten wel aardig volgen. Aanvankelijk maakte ik ook de veelgemaakte fout om de woorden toch meer naar het reguliere Frans te trekken, en dan ga je echt de mist in. Dat is geen Cajun-Frans maar Frans-Frans, en dat is ook de reden waarom ik wat moeite heb met de Franse cajunbands. Ik vind dat je het Cajun-Frans moet uitspreken zoals de Cajuns dat doen. In Nederland heb je ook tal van dialecten, waarin zinsconstructies worden gebruikt die je nooit in het Journaal zal horen. Als je een bepaald dialect wil leren spreken, dan moet je ook die afwijkende vervoegingen en constructies hanteren.’ 

‘Pauline Groenendijk (de fiddler die deel uit maakte van The Cajun Company ten tijden van de cd opnamen voor La robe de Rosalie) is uit The Cajun Company weg omdat ze een studie is begonnen. Na het uitbrengen van een cd kom je in een soort dip, en toen heeft ze de groep verlaten om zich volledig te kunnen richten op die studie. Dat wil niet zeggen dat haar plaats vergeven is, want we spelen in onze vrije tijd nog regelmatig samen. Maar momenteel maakt de Engelse fiddler Jock Tyldesley (o.a. Flatville Aces) deel uit van Cajun Company. Hij is ongetwijfeld de beste cajunfiddler van Europa. Ook Vera, onze gitariste, woont in Engeland. De helft van de groep zit in Nederland en de andere helft in Engeland, en dat is niet altijd even gemakkelijk. Wel willen we, maar die beslissing is nog niet genomen, in deze bezetting een opvolger van La robe de Rosalie maken, maar wanneer dat gaat gebeuren is niet duidelijk. Het maakt ook eigenlijk niet uit of dat binnen één, twee of drie jaar gaat plaatsvinden.’