Profiel:  Clifton Chenier

een artikel van Ron Janssen in New Folk Sounds maart 2001


 

Clifton Chenier 
wordt gezien als de meest invloedrijke accordeonist van de zydecomuziek. 
Zijn dood in 1987 werd tweeslachtig ervaren: 
aanhangers waren geschokt, zydeco-accordenisten ervoeren 
het als een opluchting. 

De titel "The King of Zydeco" is  tijdens het leven van deze accordeonist nooit een twistpunt of onderwerp van discussie geweest. 
Na 1987 begon de zydecomuziek  pas echt te leven, zeker nu iedereen de troon  van deze grootmeester wil bestijgen.

 

 

Louisiana is de bakermatvan de hedendaagse muziek. De wortels van veel muziekstromingen liggen sterk verankerd in de moerasgebieden van deze Amerikaanse staat. 

De cajunbevolking ontwikkelde een muziekstroming die sterk beïnvloed is door de Franse afkomst, gekoppeld aan elementen uit de rock'n'roll, country, Ierse folk en Indianenmuziek.

De veelal akoestisch gespeelde muziek kenmerkt zich door het rauwe geluid van de vierkorige cajunaccordeon. Dit diatonische instrument wordt meestal vergezeld door de fiddle en de triangel ('tit fer).

Zydecomuziek daarentegen heeft eveneens de accordeon als middelpunt, maar hier speelt men op de meer chromatische varianten (pianoklavier of de diatonische drierijer), waardoor de blue-notes uit de bluesmuziek hoorbaar worden. 
Zydeco is het Creoolse antwoord op de cajunmuziek.

Het kent een sterker ritme en wordt veelal gespeeld in combinatie met elektrische instru- menten. 
Bij deze stroming wordt vaak gezocht naar een opvallend ogende accordeon met een zo'n smerig mogelijk geluid.
 
Zydeco is duidelijk bedoeld als dansmuziek en de naam komt voort uit een woordspeling: 
Les haricots sont pas salés (The beans aren't salty), een oud Creools lied, werd door Chenier opgenomen met de titel:
 Zydeco sont pas salé. 

Om onduidelijke redenen is het woord zydeco de naam van de muziekstroming geworden.

     

Cliston blues

Er bestaan enorm veel naslagwerken over de Amerikaanse muziekontwikkelingen,
maar in ieder boek valt op dat er betrekkelijk weinig bekend is over Chenier.

Wel over zjn muzikale capriolen weet men het één en ander te vertellen, maar wie deze man precies was,  
blijft in nevelen gehuld. 

Chenier werd op 25 juni 1925 geboren in de buurt van Opelousas, heden te dage het episch centrum van de zydecomuziek. 

In het boerenbedrijf van zijn ouders werkte hij als kind en puber op de koren- en rijstvelden. Daarnaast verbouwden ze op defarm vanChenier sr. suikerbieten en katoen.

 Vader Chenier speelde op zondagmiddagen opzijn accordeon, waardoor Clifton enige binding kreeg met het instrument.Zijn interesse ging  meer uit naar de bluesmuziek, hij speelde in eerste instantie gitaar. 

Toen hij op de olieraffinaderij bij Lake Charles als vrachtwagenchauffeur werkte, pakte hij de accordeon op die hij van zijn vader had gekregen. 

Eenyoudige lala-liedjes bewerkte hij met invloeden uit de bluesmuziek. 
Na enige tijd van oefening werd Chenier voor dansavonden gevraagd. 

Voor zijn werk verhuisde Chenier met zijn vrouw Margaret naar Port Arthur.Platenmaatschappij Speciality Records, van oorsprong een R&B-label, bood hem de mogelijkheid om een single op te nemen. 

Op deze eerste opname werd zijn naam verkeerd gespeld, en zo stond erop de hoes

 Cliston blues van Cliston Chenier.

Het is 1955, een periode waarin de Creoolse bevolking meer ademruimte kreeg in de zuidelijke staten van Amerika.
Er waren geen aanduidingen meer in bussen en toiletten waarin onderscheid werd gemaakt tuissen blank en zwart.
De Creoolse bevolking in de omgeving van Opelousas voelde minder binding met de overige zwarte bevokling in Amerika, omdat ze via de Cajuns (van oorsprong Franse emigranten die Canada ontvlucht waren) franse invloeden hadden meegekregen.

"Too black to be French, and too French to be black" was een plaatselijk gezegde. 
Deze woorden geven het gevoel dat ze nergens bij hoorden, maar de Louisiaanse Creolen zagen het als een compliment .
Hoe complex hun cultuur ook is, ze probeerden al die beetjes bij elkaar te pakken, om er een geheel van te maken. 

Alle invloeden,     

 

de Franse taal, de diversiteit aan muzikale stromingen en de Creoolse keuken werden door elkaar geroerd tot een op zich staande cultuur. 

Op muziekgebied kon je alleen scoren door te spelen in de plaatselijke dancehalls en airplay krijgen aan de hand van een single.

Zo was Chenier één van de eerste mensen die een zydeconummer vastlegde. 
Chenier wordt daarmee onterecht de stichter van de zydecomuziek genoemd. 
Het is een feit dat de man de muziek mede vorm heeft gegeven, en uiteindelijk uitgroeide tot de meeste invloedrijke persoon binnen het genre.

Boozoo Chavis, een paardenfokker, nam een jaar eerder (1954) waarschijnlijk de eerste zydecosong "Paper in my shoes" op. 

De eeuwige twist over wie de grondlegger is, zal nooit duidelijkheid bieden. Wel werden twee stromingen in de zydecomuziek zichtbaar: 
enerzijds had je Chenier met de klavieraccor- deon,en anderzijds was er Chavis met de diatonische knopinstrumenten. 
Ook in de hedendaagse zydeco zijn de twee stromingen nog duidelijk te onderscheiden. 

Chavis is nooit de strijd met Chenier aangegaan, omdat musiceren meer een hobby was. 
Hij werkte tot na de dood van Chenier als paardenfokker, en voegde zich na zijn pensioen tussen de andere accordeonisten op weg naar de troon.

Na de eerste single volgden nog meer opna- men op diverse labels, zo ook Squeeze box boogie wat een grote hit in Jamaica werd.

Chenier ging in eerste instantie met iedereen in zee om meer bekendheid te krijgen.
Er ontstond een vaste groep begeleiders, 
The Red Hot Louisiana Band genaamd. 
Het begin van de elektrische zydeco kreeg meer en meer vorm. Met name de drums en de bas spelen een belangrijke rol in de begeleiding.
Chenier's broer Cleveland Chenier, mede betrokken in de band van bluesgigant Lightnin' Hopkins, werd een vast groepslid bij de Red Hot Louisiana Band. 
Cleveland Chenier maakte van de frottoir een volwaardig instrument. 

Chenier en de zijnen kwamen uiteindelijk bij Arhoolie terecht, een platenlabel uit California. Voor dit label nam hij een aantal albums op die nog steeds tot de beste uit zijn oeuvre worden gerekend. 

Bon Ton Roulet! & More  vormt het hoogtepunt uit zijn carriere. Het album is niet alleen een belangrijke zydecoplaat, maar tevens een topper in de bluesmuziek. 
Het rijke accordeongeluid van Chenier in combinatie met zijn groep doet denken aan het big-band geluid van Count Basie.

Clifton Chenier werd een ambassadeur van zwarte muzikanten, en mocht als Creool optreden in dancehalls waar voornamelijk blanken kwamen. 

Na het verschijnen van de film Red hot pepper van Les Blanc ontdekte ook de rest van de wereld Chenier en zijn zydeco. 
Tussen 1969 en 1975 maakte hij diverse tournees met zijn Red Hot Louisiana Band.

Het optreden dat ze gaven tijdens het Montreux Jazz festival mag tot één van de meest legendarische gerekend worden. De mix van zydeco, blues, rock en Glenn Miller- tunes bracht het publiek in vervoering. 

In 1976 staat Chenier zelfs in de Nederlandse tipparade met Tu peux cogner mais tu peux pas rentrer van de langdraaier Frenchin'the boogie.

Chenier leed aan diabetes, en vanwege een infectie werd in 1979 een deel van zijn rech- tervoet geamputeerd. 
De accordeonist moest het rustiger aan gaan doen. 
In 1984 ontving Chenier een Grammy voor zijn plaat I'm here. 
Tijdens de uitreiking verklaarde hij zijn beweegredenen als volgt:

"Where you come from, is what you are. Whatever you are, be that! 
Don't try to be more than what you are, and you'll always make it. 
Don't go above your means. What fits you, stick with it, you know. That's what I did."

 

Ondanks de populariteit !iep Chenier niet naast zijn schoenen van verwaandheid. Hij bleef ook zijn fans in Louisiana trouw. Zo gaf hij daar concerten en dansavonden om zowel de luisteraars als de dansers te behagen.
 
De enige kritiekdie Chenier kreeg, was dat hij naarmate zijn leeftijd vorderde steeds meer opnamen ging
maken.

The King? 

Sinds 1971 trad Chenier getooid met een koningskroon op.

Tijdens The Tribute to Cajun Music te Lafayette in 1975 hadden zelfs alle groepsleden een kleine kroon op het hoofd. 

In 1987 gaf Chenier zijn laatste optreden tijdens het Zydeco Festival te Plaisance, Louisiana. 

Na zijn dood, op 12 december 1987, probeerden velen zijn troon in te nemen. 
Onder hen vinden we Queen Ida en Buckwheat Zydeco met frontman Stanley Dural jr. die voorheen meer dan twee jaar deel uitmaakte van de Red Hot Louisiana Band onder supervisie van Chenier. 

In 1988 werd Rockin' Dopsy in Lafayette gekroond tot de nieuwe KingOf Zydeco. 

De strijd bleef doorgaan en The Red Hot Louisiana band was nog lang niet aan het einde: Clifton's zoon C.J.(geb. 28 september 1957) zet de traditie van zijn vader voort en speelt op een nog indrukwekkender niveau de zydecomuziek zoals zijn vader die introduceerde.

Clifton is een invloedrijk persoon geweest voor zowel dezydeco als het accordeonspel in z'n algemeenheid. 

Maar na zijn dood heeft de vriendschappelijke strijd zydeco de vorm gegeven zoals we die vandaag kennen. 

Zydeco sont pas salé !!!

 

 

01-07-2001 Willem Versloot